Een succesvolle leeroplossing op maat? Die vertrekt vanuit je lerende
Het vierlagenmodel biedt houvast bij de uitwerking van je e-leren
Hoe heb jij leren lezen? En je buur, je broer, je klasgenoten? De kans dat dit bij iedereen anders is, is groot. Leren is een persoonlijk proces. Om een leerervaring succesvol te maken, moet je dus rekening houden met wie gaat leren: de lerende dus. Tegelijk bepaal je je leerdoelen: het resultaat dat je met die lerende wil behalen.
Omdat leren een niet te onderschatten inspanning vraagt, ontstaat er een spanningsveld tussen de lerende en die leerdoelen. Hoe beter je dat veld overbrugt, hoe vlotter, aangenamer en succesvoller je weg naar succes. Het vierlagenmodel is daar een stevige houvast bij.
Het vierlagenmodel
Het vierlagenmodel bevat alle verschillende componenten die in combinatie kunnen zorgen voor een overbrugging van het spanningsveld tussen de lerende en diens leerdoelen.
De mate en verhouding van die componenten is dan ook sterk afhankelijk van je lerende en diens leerdoelen. De ene opleiding vraagt om synchroon leren, dan kan de lesgever een grote rol spelen voor de lerende. Vraagt je opleiding om praktijkoefening, dan kan technologie de lerende ondersteunen.
Kern: de lerende
Pal in het midden, als kern van elke leerervaring, staat de lerende. Die is het vertrekpunt van elke opleiding. Wat moeten je lerenden kennen en kunnen? Waar staan ze nu en waar moeten ze naartoe? Kortom: je wil weten wie je lerende is.
De lerende bevragen
Welke plaats krijgt deze opleiding in het leven van de lerende? Is het een hobby of verplichte kost voor het werk? Hoe ziet de agenda eruit? Welke toegang heeft de lerende tot technologie en internet? Met welke beperkingen moet je rekening houden? En welk beleg heeft hij/zij liefst op een broodje?
Om iemand beter te leren kennen, moet je die persoon de kleren (liefst figuurlijk) van het lijf vragen. Stuur een enquête, bel ze even op of stel een focusgroep samen. Bevraag je lerenden tot je exact weet wat het leerprofiel is. Dat bevragen doe je zowel voor, tijdens als na het ontwikkelproces van je opleiding.
Je kan hier zo ver in gaan als nodig is en door de privacywet is toegestaan, maar het punt blijft: weet wie je lerende is.
Laag 1: de bouwstenen van je opleiding
Waar de lerende de bouwmeester is van je huis, zijn motivatie, didactiek en content het fundament, de essentiële bouwstenen. Ze geven je leerervaring vorm.
Content
De content van je opleiding is je inhoud en de bijhorende inhoudsvorm. Vroeger zou dat een gestencilde cursus geweest zijn, of even later misschien wel een cd-rom met oefeningen. Ondertussen kan je content ongeveer alles zijn (misschien geen cd-rom meer) en spelen al deze contentvormen handig op elkaar en je werkvormen in. Een videotutorial kan bijvoorbeeld een handige aanvulling zijn op een geschreven tekst.
Ook bij de keuze van je content vertrek je vanuit de lerende. Uit je bevraging leerde je welke content het best bij het leerprofiel past. Is je lerende iemand met veel tijd, die graag grote stukken tekst verwerkt? Hoe laagdrempelig moet je de content houden? Welk startniveau heeft je lerende?
Didactiek
Hoe ga je je content opdelen? Grote of kleine stukken? Kan video helpen ter ondersteuning? Ga je eerder voor theorie, of moet praktijk de bovenhand krijgen? Hoe lang kan je aan oefening spenderen? Welke didactische principes passen het best? Moet je hulpmiddelen inzetten voor moeilijke onderdelen? Door de juiste didactiek toe te passen en die correct te linken aan je content, werk je meteen ook aan de derde bouwsteen: motivatie.
Motivatie
Opleidingen kunnen vrijwillig of verplicht zijn. Dat onderscheid is al een belangrijke factor om je motivatie te bepalen. Wanneer je zorgt dat je inhoud past bij de functie of reden waarom je lerende de opleiding volgt, dan heb je gemotiveerde mensen voor je.
Ook als die motivatie extrinsiek is (‘het moet van de baas’), kan je werken aan motivatie: geef bijvoorbeeld een certificaat. Maar ook dan zijn content en didactiek belangrijke motivators. Maak gebruik van de vele mogelijkheden van on- en offline leren, van technologie… Denk maar aan gamificatie. In spelletjes wil iedereen uiteindelijk gewoon winnen, toch?
Allemaal goed, die bouwstenen, maar je hebt nog steeds mensen voor je, geen robots. Hoe ga je om met de heterogeniteit in je groep? Vertrek steeds van het laagste niveau qua (voor)kennis en motivatie. Het is gemakkelijker om lerenden met een hoger niveau stappen te laten overslaan dan dat je dingen keer op keer moet herhalen. Verder is het ook zaak om zoveel mogelijk homogeniteit in te bouwen door bijvoorbeeld groepen slim in te delen.
Laag 2: De katalysatoren
Als we van onze opleiding toch een huis maken, dan zijn de katalysatoren onze ramen en deuren. Voor je opleiding zijn dit de lesgever, praktijk en technologie. Ze zijn in principe onmisbaar – al zijn er uitzonderingen – en versterken de waarde van je opleiding. Ze helpen om te leren, met elk hun specifieke impact.
In een ideale leersituatie spelen deze drie katalysatoren perfect op elkaar in. Technologie kan een handige ondersteuning zijn voor de lesgever tijdens een contactmoment, maar net zo goed voor praktijkoefening bij asynchroon leren.
Houd ook hier de lerende altijd centraal. Uit je bevraging leerde je de mogelijkheden en verwachtingen. Investeer niet in hi-tech technologie als je cursisten niet computervaardig zijn. En zet niet 100% in op een lesgever als je lerenden zich moeilijk naar een leslokaal kunnen verplaatsen of variabele uren hebben.
Laag 3: de leermomenten
Hoe ga je je lesmomenten organiseren? In een ideale situatie krijgt blended leren altijd de voorkeur. Maar het kan zijn dat je hier keuzes moet maken in functie van je katalysatoren en je lerende. Misschien kan er van technologie geen sprake zijn, dan is blended leren al een pak moeilijker. Misschien heeft elke cursist een ander werkschema, dan is synchroon leren zo goed als onhaalbaar.
Haal dus ook hier steeds je profiel van je lerenden erbij. Vertrek vanuit hun mogelijkheden en verwachtingen. Kijk daarna naar je bouwstenen en katalysatoren en bepaal telkens hoe je je leermomenten zo organiseert dat je de grootste leerwinst kan boeken.
Laag 4: evaluatie en leerdoelen
Om te weten of je je leerdoelen behaalt, moet je evalueren. Door te evalueren krijg je inzicht in het leerproces. Dat inzicht laat je dan weer toe om bij te sturen waar nodig in een of meerdere van de onderliggende componenten.
Je evaluatie en leerdoelen zijn dus allesomvattend en hebben daarmee impact op alle onderliggende lagen van het model.
Of je nu klassiek leren of e-leren aanbiedt, het vierlagenmodel blijft stevig overeind staan. Of je nu een opleiding from scratch opbouwt of een bestaande opleiding aanpast naar e-leren: print het model af, hang het op en hou er bij elke stap, elk leerdoel en elk hoofdstuk rekening mee. Alleen zo werk je aan een opleiding die vertrekt vanuit de lerende en garant staat voor een succesvolle leerervaring.