5 tips voor interactieve cases in het hoger onderwijs
Cases helpen je om je vakinhoud in een realistische context te plaatsen voor je studenten. Door de situatie herkenbaar te maken, benadruk je de relevantie van de theorie. En breng je de cases ook aan op een interactieve, blended manier? Dan motiveer je je studenten pas echt om met het materiaal aan de slag te gaan. Maar hoe maak je een case interactief?
1. Stel interactieve vragen op.
Gebruik je een digitaal leerplatform? Stel dan enkele interactieve vragen op bij je case. Studenten vullen die in waar en wanneer ze willen én op hun eigen tempo.
Beschik je niet over een digitaal leerplatform of wil je de kennis van je studenten tijdens de les toetsen? Dan werk je met een poll. De antwoorden op de poll gebruik je vervolgens als input voor een debat, met en door je studenten, tijdens de les.
2. Verdeel je case in probleem en oplossing.
Bestaat je case uit meerdere delen, bijvoorbeeld de vaststelling van een probleem en de oplossing daarvan? Splits dan beide delen op en vraag je studenten te anticiperen op de oplossing. Dat kan op je digitaal leerplatform via open of gesloten vragen, maar het kan ook in een flipped classroom: vraag je studenten om thuis de probleemstelling te bestuderen en een aantal mogelijke oplossingen te formuleren. In de les bespreek je dan de oplossing en toets je af met hun ideeën.
3. Laat je studenten samenwerken rond een case.
Plaats studenten met verschillende meningen en standpunten bij elkaar in de groep. Zo stimuleer je kruisbestuiving binnen de klasgroep waarbij studenten elkaar corrigeren én inspireren tot mogelijke oplossingen.
4. Pas de vorm van je case aan.
Neem de vorm van je case eens kritisch onder de loep. Staat die nu op papier? Dan kan je er misschien een korte video van maken. Of laat eens mensen aan het woord die de situatie in je case in het echt meemaakten. Je zal snel merken dat je studenten aandachtig opkijken van hun cursussen.
5. Werk met een rollenspel.
Laat je studenten door middel van een rollenspel een casus analyseren.
Jef Van den Ende, auteur van Klinisch redeneren, vertelt: “Persoonlijk verkies ik te starten met een rollenspel. De docent simuleert een raadpleging: hij vermeldt zijn leeftijd, in welke regio en op welk niveau van gezondheidszorg dit zich afspeelt en geeft een hoofdklacht aan. De studenten komen via vragen, gesimuleerd klinisch onderzoek en eventueel paraklinisch onderzoek tot een diagnose. Het gaat hierbij niet per se om de diagnose, wél om het correct redeneren.”
Het zal altijd een uitdaging zijn om studenten te blijven motiveren, zowel bij synchroon als asynchroon leren. Maar dankzij de verwerking van interactieve cases in je lessen, motiveer je je studenten om actief met je lesmateriaal aan de slag te gaan.